Ik was een jaar of zeven toen mij gevraagd werd waar ik van
houd. Ik hou van kersen! Ik hou van het eten van kersen. Maar ook het plukken,
kopen, aaien, spugen, in mijn oren hangen van kersen, de vlekken van kersen, de
geur, de sappigheid, de bomen, de bloesem. Ik hou van alles van kersen! Kersentaart,
kersenyogurt, alles wat pretendeert dat er kersen in zit. Kussens met
kersenpittenvulling. Dat meisje op TV dat met haar tong een knoop kon leggen in
een kersentakje.
Maar dat was de vraag niet. Er werd gevraagd van “wie”, niet
van wat. En ik vroeg me af hoe dat niet hetzelfde was. Het heeft me een tijdje
bezig gehouden, toen. Want ik hou ook van mijn vader en mijn moeder. En ik hou
van ze, eigenlijk zoals ik van kersen houd. Omdat er niets aan ze is waar ik
niet van houd.
Ik kom er op omdat ik laatst onder een notenboom zat met een
kennis. En deze kennis had even een momentje nodig om zich te beklagen over het
leven. En toen werd de vraag gesteld of er liefde was. Het was stil. Ja,
mompelde hij, het IS er wel. En ik knikte. Ik zat met mijn hoofd in de boom. En
het greep me aan dat we allebei, mensfiguren rond de veertig, zo stil waren,
bijna afwachtend, toen de woorden vielen. Een gekneusd vertrouwen. Ai.
Van mensen of kersen, laat het geen forrest Gump citaat
worden. Er is weinig te vereenvoudigen.
Pas dagen later herinnerde me ik de denkgang van toen ik
zeven was en mijn verbazing. Ik leerde toen ik zeven was dat er een verschil
was of zou moeten zijn. Ik had het verkeerde antwoord gegeven en de vraag niet
goed begrepen. En ik geloof dat ik daar ben begonnen met het uitvogelen van
zowel de juiste vraag als het juiste antwoord. Wat is dan liefde?
En dan nu de gelegenheid om vanuit het hart van het bos(!)
waar ik de afgelopen dertig jaar mezelf steeds dieper in heb gestuurd, daar
eens op te reflecteren. En het is verdomd stil en donker zo diep in het bos.
En omdat ik toch alle tijd van de wereld heb en dingen best
wel eens abstract mogen worden….waarom ook niet.? Wat nu als het houden van “iets”te
vergelijken is met het houden van “iemand”?
En het wordt meteen gevaarlijk. Ik hou van….een fles wijn
leeg tanken, twee pakjes peuken wegroken en doorbomen over de dingen in goed
gezelschap. Ja, das niet zo gezond. Dat is, in overgave daaraan, een
onmiskenbare verslaving en kan en mag niets met liefde te maken hebben. Maar
lekker vind ik het wel! Ik heb het niet met hard drugs of met gevaarlijke manoeuvres.
Maar nicotine en alcohol, dat zijn geen kersen meer. Het zou beter zijn daar
helemaal van af te zien en de factor “lekker” tot op moleculair niveau te
ontbinden. Iets “lekker”vinden is nog geen liefde?
Zou het? Is liefde niet primair een voorkeur? Het leuk,
fijn, prettig vinden van….
Ja, ook bergen, knoflooksoep uit de Perigord, de geur van
zoet water, gladiolen ( ik vind ze prachtig!), waterbuffel mozarella, 300 kilometer
rijden in de Karmann Gia van mijn vader, schone lakens…staan ook op het lijstje. En op
het lijstje ook mensen. Vrienden waar ik veel van hou. Mijn zoon. Mijn ex. Nog
steeds mijn ouders, voor altijd. Iemand die dood is. Iemand die ik al drie jaar
niet gezien of gesproken heb.
Maar wat is het me waard? Waar kies ik voor? Hoe ver ga ik
er voor? Wat heb je er voor over, voor al je voorkeuren of liefdes?
Ah! Daar is dus de maat. De keuze bepaald de maat. Het goed
en kwaad in de dingen. Stoppen met roken en emigreren naar de Alpen en daar
kersen gaan telen. Dat is dan legale liefde, een daad van passie, wellicht. Doorgaan
met roken, romantische fantasieën koesteren over een hufter en kersen kopen, is
een zwakke zet in de periferie van dingen. Dat is wellicht verslaving.
Ja, nee…ik rommel mezelf dichter tegen de boom aan. Dat
ding, onvoorwaardelijke liefde….
Ik lag me dood. De zinsnede; “onvoorwaardelijke liefde”’ heb
ik al zo vaak gehoord, sinds m’n 18de ofzo. En ik heb geen flauw
idee wat er mee bedoeld wordt . En in welke
context je dat moet zien. Wat is dan “voorwaardelijke liefde”? Het enige wat ik
daarvan weet is dat het gekenmerkt wordt als foute boel. Maar wie geeft er dan
eens definitie aan? Wat IS het? Als onvoorwaardelijke liefde een totaal
mysterieus begrip is, heeft het dan wellicht zin om de andere zijde van het
spectrum handen en voeten te geven. Voorwaardelijke liefde! ( Ja, dat is dus
per definitie geen liefde. Meer info heb ik er niet over)
Gelet het fnuikende oordeel heb ik er ook nooit verder vorm
aan gegeven. Ik heb er nooit over nagedacht. Maar ik heb de tijd en ik ben
nieuwsgierig.
Voorwaardes zijn een contractueel ding. Het is A mist en
tenzij B. Dus, het is liefde op voorwaarde dat er…iets anders is. Als dat “iets”er
niet is, is de liefde er ook niet. Zoals een weg. Als er geen auto’s over rijden
is de weg geen weg. Dan is het een strook asfalt maar geen weg.
Voorwaardelijke liefde is er alleen als er wat mee gebeurt,
als het in gebruik is gesteld. Als aan de voorwaarden voldaan wordt.
Als jij niet lief voor mij bent, dan hou ik niet langer van
je.
Werkt dat? Ja. Ik concludeer direct. Dat is wel de tak van sport. Wat niet bij je hoort, valt van je af. Maar dan zijn er ook
andere types, in welke vorm, dan ook ( seks heeft er niets meer te maken) waar
ik aanhoudend van hou ondanks dat ze dood zijn of onmogelijk. Daarbij is dood
per definitie onmogelijk maar binnen het leven zijn er ook nog genoeg onmogelijkheden.
Onuitstaanbaar, vermoeiend of zo dicht op mijn zintuigen dat ik geen hap adem
meer kan halen in de nabijheid van.
Hmm, het wordt steeds maffer. Ik ben nu toch in het spectrum
van mensen en even niet van dingen maar het verschil blijft klein. Er zijn
mensen waar ik van hou en ik ben toch niet met ze bezig. Ze staan buiten mijn
leven en mijn toekomst. Dat is een beknopt lijstje maar er staan mensen tussen
die niet eens weten dat mijn sentiment zo ligt. ( Is het sentiment?). Ondertussen
hou ik mij in het dagelijks leven veelvuldig bezig met mensen waar ik niet van
hou. Simpelweg omdat er allemaal figuren zijn waar ik eenmaal mee te maken heb.
Dat maakt het dan wel behoorlijk exclusief, die liefde. Dat is een waarde.
Ik hou van mensen zoals ik van kersen hou. Toch wel. Want
met kersen is er ook vaak veel mis. Ze zijn soms schimmelig, overrijp of nog
niet rijp en dus zuur. Als je er te veel van eet wordt je flink ziek ( check
dat!) en goedkope koekjes met kersen aroma is gewoon toch niet helemaal het
ding. Vaak zijn ze botweg duur, veel te duur. Dat is ook een reden ze niet te
kopen. Of als je een boom tegenkomt en de onderste takken zijn al leeg,
daarboven zit nog wat maar de boom is gewoon niet geschikt om in te klimmen.
Dan gaat het ook over.
Auw.
Het moet ook allemaal maar net kloppen. Dat met mensen net
zo goed als dat met kersen.
Verslaafd zijn aan wat of wie dan ook, is geen goed idee.
Daar in is het dus ook een verhaal van keuzes maken. Maar een alcoholist houdt
van drank. Al ben je twintig jaar nuchter en heb je jezelf helemaal geprogrammeerd
tot iets anders…die reeks blinkende flessen boven de bar zijn en blijven
heerlijk.
Hou je nog van me?
Stel je voor dat de vraag van je geliefde net zo stevig is
als de vraag van de blinkende flessen boven de bar, voor de alcoholist. Dan zeg
je “ja”…en alsnog moet je weggaan. Geen woord gelogen maar wel gedaan wat je
moest doen. Als je dat moet doen….
Ik hou het voor mogelijk dat een mens soms iets treft waar
hij/zij van houdt en er voor altijd in kan wentelen. Ik in een kersenboomgaard,
zwelgend in geluk en op mijn plaats en nuttig als zijnde. Ik snoei de bomen, oogst,
verkoop de oogst, pers sap ervan, en alles in en rond dat is goed.
Ik heb geen kersenboomgaard.
Wedden dat de grootste
kersenteler van Europa ze zelf nooit meer eet?
Ik doe het getrippel door het donkere bos. Zoals de meeste
van ons. Het is druk in het bos maar je ziet en hoort niemand.
Wat is het verschil? De voorwaarden en zonder de
voorwaarden?
Dat waar ik werkelijk van hou, hou ik ook van als ik er
niets aan toe te voegen heb. Als ik er geen onderdeel van ben, als ik er niets
mee kan. Mensen en dingen, dan ik capituleer ik er maar naar. Ik kan het niet
helpen, ik kan er niet bij zijn. Het IS inderdaad. En soms volstrekt verstoken
van nut. Onvoorwaardelijke liefde is soms zinloze liefde.
Het is liefde zonder de vorm. Een weg die een weg is ook als
er niemand overheen rijdt. Je kunt er aan duwen te trekken, uit eigen beweging
of omdat het je wordt gevraagd. Maar het doet er in beginsel niets aan bij of
af. De inhoud is niet onder de indruk van de vorm. Niet de juist vorm noch de
verkeerde. Vanuit het perspectief van een maakbare wereld is dit spul waar je
niets mee kan. Het is gewoon geen bouwmateriaal al wordt het als dusdanig
ingezet. Met de bedoeling je leven er op te funderen.
Onvoorwaardelijke liefde is het inhoudelijke manifest onder
de zorg en toewijding van ouders naar hun kinderen, het basisprincipe onder een
huwelijk, de reden achter passie.
Dat is merkwaardig. Want gebruikt als bouwmateriaal, het
cement dat oneindig veelvormig en flexibel moet zijn en idealiter een leven
lang en eventueel verder…. Vanuit dat idee is onvoorwaardelijke liefde dus eigenlijk hypervoorwaardelijk.
Het is niet los van voorwaarden, het moet aan alle voorwaarden kunnen voldoen!
In literatuur en conversatie krijg ik de indruk ook dat
liefde het enige motief mag zijn. Doe je ding uit verantwoordelijkheidsgevoel,
schuldbesef, ambitie of experiment en je opereert vanuit de verkeerde
beweegredenen. Maar ik zie niet in hoe ik de komende jaren liefdevol kan zijn,
naar wie dan ook, als ik die andere energieën en drijfveren er niet bij betrek.
Het risico dreigt, dat wanneer ik me opschoon van al het
andere en louter met mijn onvoorwaardelijke liefde blijf zitten, hier tegen een
boom… ik met een gelukzalige glimlach een beetje verlicht ga zitten zijn. Moet
je opletten, dan gaan er een paar mensen boos worden. Want ik “doe”niks meer.
Er wordt niets meer gebouwd, gemaakt en onderhouden in relationele context en
de kersen vallen rot van de boom terwijl ik er onder lig te dutten.
Liefde motiveert me, enthousiasmeert me en helpt me focus te
houden. Dat merk ik ook wel. Maar ik krijg de indruk dat alle pogingen die ik
heb gewaagd om het toepasbaar te maken of onder mijn beheer te brengen, glansrijk
zijn gestrand.
En als ik nu kijk naar waar ik van hoe, van wat en wie….overzie
ik een allegaartje van heerlijke mensen en dingen die niet dood neervallen als ik
dat wel zou doen.
Ik zie een spinnenwebje. En een spinnetje dat er mee bezig
is. Dat rag is het allersterkste touwtje ter wereld. Nog nooit adequaat door
mensen nagemaakt. Spinnetjes zijn talrijk omdat ze dit spul zo kunnen maken. En
ik veeg het is een krachteloze zwaai zo weg. Spinnetje kan opnieuw beginnen en
doet dat ook meteen. Waarom zou je, spinnetje?
Ja, zegt het spinnetje, ik ben een spinnetje! Ik doe dit omdat dit is
wat ik doe. Wat doe jij?
What do you
do for a living?
Ik heb twee antwoorden, het verhaaltje van de activiteitjes
en het verhaaltje van het meisje dat er was, is, weg is, terug komt of niet. Dat
laatste is het verhaal van de onbeholpen liefde. En het is niet aan mij om daar
conclusies over te componeren. De dingen
waar ik van hou hebben niets aan mijn liefde, de mensen waar ik van hou kunnen
dat, ieder binnen zijn eigen bewustzijn, ervaren. Dat voel je echt wel...
Ik kan het voorwaardelijke en onvoorwaardelijke ervan niet
uit elkaar puzzelen. Daarvoor is de wereld te complex en ben ik zelf te veel
een mindfucker. Maar als ik het de permissie geef, binnen mijn perceptie, om voor "the sake of argument" vormeloos te zijn, heb ik niets meer om me over te beklagen. Dat lijstje van dingen
waar ik van hou is een behang. Met de noodzaak van het nut even tijdelijk
geparkeerd, is er vooral dat behang, genoeg voor heel Versailles. Met de
potentie dat zo nu en dan het te ervaren is, ook buiten mijzelf. Is dat OK? Is
dat iets om OK mee te zijn?
En dan is stilte op z’n plaats. Geen woord om over te
reppen.
Er is niks aan de hand. Er is liefde. Je houdt van…je doet er
dus aan mee.