blue dino

blue dino

maandag 14 oktober 2013

Houden van…en het eten van kersen.

Ik was een jaar of zeven toen mij gevraagd werd waar ik van houd. Ik hou van kersen! Ik hou van het eten van kersen. Maar ook het plukken, kopen, aaien, spugen, in mijn oren hangen van kersen, de vlekken van kersen, de geur, de sappigheid, de bomen, de bloesem. Ik hou van alles van kersen! Kersentaart, kersenyogurt, alles wat pretendeert dat er kersen in zit. Kussens met kersenpittenvulling. Dat meisje op TV dat met haar tong een knoop kon leggen in een kersentakje.

Maar dat was de vraag niet. Er werd gevraagd van “wie”, niet van wat. En ik vroeg me af hoe dat niet hetzelfde was. Het heeft me een tijdje bezig gehouden, toen. Want ik hou ook van mijn vader en mijn moeder. En ik hou van ze, eigenlijk zoals ik van kersen houd. Omdat er niets aan ze is waar ik niet van houd.
 
Ik kom er op omdat ik laatst onder een notenboom zat met een kennis. En deze kennis had even een momentje nodig om zich te beklagen over het leven. En toen werd de vraag gesteld of er liefde was. Het was stil. Ja, mompelde hij, het IS er wel. En ik knikte. Ik zat met mijn hoofd in de boom. En het greep me aan dat we allebei, mensfiguren rond de veertig, zo stil waren, bijna afwachtend, toen de woorden vielen. Een gekneusd vertrouwen. Ai.

Van mensen of kersen, laat het geen forrest Gump citaat worden. Er is weinig te vereenvoudigen.
Pas dagen later herinnerde me ik de denkgang van toen ik zeven was en mijn verbazing. Ik leerde toen ik zeven was dat er een verschil was of zou moeten zijn. Ik had het verkeerde antwoord gegeven en de vraag niet goed begrepen. En ik geloof dat ik daar ben begonnen met het uitvogelen van zowel de juiste vraag als het juiste antwoord. Wat is dan liefde?

En dan nu de gelegenheid om vanuit het hart van het bos(!) waar ik de afgelopen dertig jaar mezelf steeds dieper in heb gestuurd, daar eens op te reflecteren. En het is verdomd stil en donker zo diep in het bos.
En omdat ik toch alle tijd van de wereld heb en dingen best wel eens abstract mogen worden….waarom ook niet.? Wat nu als het houden van “iets”te vergelijken is met het houden van “iemand”?  

En het wordt meteen gevaarlijk. Ik hou van….een fles wijn leeg tanken, twee pakjes peuken wegroken en doorbomen over de dingen in goed gezelschap. Ja, das niet zo gezond. Dat is, in overgave daaraan, een onmiskenbare verslaving en kan en mag niets met liefde te maken hebben. Maar lekker vind ik het wel! Ik heb het niet met hard drugs of met gevaarlijke manoeuvres. Maar nicotine en alcohol, dat zijn geen kersen meer. Het zou beter zijn daar helemaal van af te zien en de factor “lekker” tot op moleculair niveau te ontbinden. Iets “lekker”vinden is nog geen liefde?

Zou het? Is liefde niet primair een voorkeur? Het leuk, fijn, prettig vinden van….

Ja, ook bergen, knoflooksoep uit de Perigord, de geur van zoet water, gladiolen ( ik vind ze prachtig!), waterbuffel mozarella, 300 kilometer rijden in de Karmann Gia van mijn vader,  schone lakens…staan ook op het lijstje. En op het lijstje ook mensen. Vrienden waar ik veel van hou. Mijn zoon. Mijn ex. Nog steeds mijn ouders, voor altijd. Iemand die dood is. Iemand die ik al drie jaar niet gezien of gesproken heb.

Maar wat is het me waard? Waar kies ik voor? Hoe ver ga ik er voor? Wat heb je er voor over, voor al je voorkeuren of liefdes?

Ah! Daar is dus de maat. De keuze bepaald de maat. Het goed en kwaad in de dingen. Stoppen met roken en emigreren naar de Alpen en daar kersen gaan telen. Dat is dan legale liefde, een daad van passie, wellicht. Doorgaan met roken, romantische fantasieën koesteren over een hufter en kersen kopen, is een zwakke zet in de periferie van dingen. Dat is wellicht verslaving.

Ja, nee…ik rommel mezelf dichter tegen de boom aan. Dat ding, onvoorwaardelijke liefde….

Ik lag me dood. De zinsnede; “onvoorwaardelijke liefde”’ heb ik al zo vaak gehoord, sinds m’n 18de ofzo. En ik heb geen flauw idee wat er mee bedoeld wordt . En in  welke context je dat moet zien. Wat is dan “voorwaardelijke liefde”? Het enige wat ik daarvan weet is dat het gekenmerkt wordt als foute boel. Maar wie geeft er dan eens definitie aan? Wat IS het? Als onvoorwaardelijke liefde een totaal mysterieus begrip is, heeft het dan wellicht zin om de andere zijde van het spectrum handen en voeten te geven. Voorwaardelijke liefde! ( Ja, dat is dus per definitie geen liefde. Meer info heb ik er niet over)

Gelet het fnuikende oordeel heb ik er ook nooit verder vorm aan gegeven. Ik heb er nooit over nagedacht. Maar ik heb de tijd en ik ben nieuwsgierig.

Voorwaardes zijn een contractueel ding. Het is A mist en tenzij B. Dus, het is liefde op voorwaarde dat er…iets anders is. Als dat “iets”er niet is, is de liefde er ook niet. Zoals een weg. Als er geen auto’s over rijden is de weg geen weg. Dan is het een strook asfalt maar geen weg.

Voorwaardelijke liefde is er alleen als er wat mee gebeurt, als het in gebruik is gesteld. Als aan de voorwaarden voldaan wordt.

Als jij niet lief voor mij bent, dan hou ik niet langer van je.

Werkt dat? Ja. Ik concludeer direct. Dat is wel de tak van sport. Wat niet bij je hoort, valt van je af.  Maar dan zijn er ook andere types, in welke vorm, dan ook ( seks heeft er niets meer te maken) waar ik aanhoudend van hou ondanks dat ze dood zijn of onmogelijk. Daarbij is dood per definitie onmogelijk maar binnen het leven zijn er ook nog genoeg onmogelijkheden. Onuitstaanbaar, vermoeiend of zo dicht op mijn zintuigen dat ik geen hap adem meer kan halen in de nabijheid van.

Hmm, het wordt steeds maffer. Ik ben nu toch in het spectrum van mensen en even niet van dingen maar het verschil blijft klein. Er zijn mensen waar ik van hou en ik ben toch niet met ze bezig. Ze staan buiten mijn leven en mijn toekomst. Dat is een beknopt lijstje maar er staan mensen tussen die niet eens weten dat mijn sentiment zo ligt. ( Is het sentiment?). Ondertussen hou ik mij in het dagelijks leven veelvuldig bezig met mensen waar ik niet van hou. Simpelweg omdat er allemaal figuren zijn waar ik eenmaal mee te maken heb. Dat maakt het dan wel behoorlijk exclusief, die liefde. Dat is een waarde.

Ik hou van mensen zoals ik van kersen hou. Toch wel. Want met kersen is er ook vaak veel mis. Ze zijn soms schimmelig, overrijp of nog niet rijp en dus zuur. Als je er te veel van eet wordt je flink ziek ( check dat!) en goedkope koekjes met kersen aroma is gewoon toch niet helemaal het ding. Vaak zijn ze botweg duur, veel te duur. Dat is ook een reden ze niet te kopen. Of als je een boom tegenkomt en de onderste takken zijn al leeg, daarboven zit nog wat maar de boom is gewoon niet geschikt om in te klimmen. Dan gaat het ook over.

Auw.

Het moet ook allemaal maar net kloppen. Dat met mensen net zo goed als dat met kersen.

Verslaafd zijn aan wat of wie dan ook, is geen goed idee. Daar in is het dus ook een verhaal van keuzes maken. Maar een alcoholist houdt van drank. Al ben je twintig jaar nuchter en heb je jezelf helemaal geprogrammeerd tot iets anders…die reeks blinkende flessen boven de bar zijn en blijven heerlijk.

Hou je nog van me?

Stel je voor dat de vraag van je geliefde net zo stevig is als de vraag van de blinkende flessen boven de bar, voor de alcoholist. Dan zeg je “ja”…en alsnog moet je weggaan. Geen woord gelogen maar wel gedaan wat je moest doen. Als je dat moet doen….

Ik hou het voor mogelijk dat een mens soms iets treft waar hij/zij van houdt en er voor altijd in kan wentelen. Ik in een kersenboomgaard, zwelgend in geluk en op mijn plaats en nuttig als zijnde. Ik snoei de bomen, oogst, verkoop de oogst, pers sap ervan, en alles in en rond dat is goed.

Ik heb geen kersenboomgaard. 

Wedden dat de grootste kersenteler van Europa ze zelf nooit meer eet?

Ik doe het getrippel door het donkere bos. Zoals de meeste van ons. Het is druk in het bos maar je ziet en hoort niemand.

Wat is het verschil? De voorwaarden en zonder de voorwaarden?

Dat waar ik werkelijk van hou, hou ik ook van als ik er niets aan toe te voegen heb. Als ik er geen onderdeel van ben, als ik er niets mee kan. Mensen en dingen, dan ik capituleer ik er maar naar. Ik kan het niet helpen, ik kan er niet bij zijn. Het IS inderdaad. En soms volstrekt verstoken van nut. Onvoorwaardelijke liefde is soms zinloze liefde.

Het is liefde zonder de vorm. Een weg die een weg is ook als er niemand overheen rijdt. Je kunt er aan duwen te trekken, uit eigen beweging of omdat het je wordt gevraagd. Maar het doet er in beginsel niets aan bij of af. De inhoud is niet onder de indruk van de vorm. Niet de juist vorm noch de verkeerde. Vanuit het perspectief van een maakbare wereld is dit spul waar je niets mee kan. Het is gewoon geen bouwmateriaal al wordt het als dusdanig ingezet. Met de bedoeling je leven er op te funderen.

Onvoorwaardelijke liefde is het inhoudelijke manifest onder de zorg en toewijding van ouders naar hun kinderen, het basisprincipe onder een huwelijk, de reden achter passie.

Dat is merkwaardig. Want gebruikt als bouwmateriaal, het cement dat oneindig veelvormig en flexibel moet zijn en idealiter een leven lang en eventueel verder…. Vanuit dat idee is onvoorwaardelijke liefde dus eigenlijk hypervoorwaardelijk. Het is niet los van voorwaarden, het moet aan alle voorwaarden kunnen voldoen!

In literatuur en conversatie krijg ik de indruk ook dat liefde het enige motief mag zijn. Doe je ding uit verantwoordelijkheidsgevoel, schuldbesef, ambitie of experiment en je opereert vanuit de verkeerde beweegredenen. Maar ik zie niet in hoe ik de komende jaren liefdevol kan zijn, naar wie dan ook, als ik die andere energieën en drijfveren er niet bij betrek.

Het risico dreigt, dat wanneer ik me opschoon van al het andere en louter met mijn onvoorwaardelijke liefde blijf zitten, hier tegen een boom… ik met een gelukzalige glimlach een beetje verlicht ga zitten zijn. Moet je opletten, dan gaan er een paar mensen boos worden. Want ik “doe”niks meer. Er wordt niets meer gebouwd, gemaakt en onderhouden in relationele context en de kersen vallen rot van de boom terwijl ik er onder lig te dutten.

Liefde motiveert me, enthousiasmeert me en helpt me focus te houden. Dat merk ik ook wel. Maar ik krijg de indruk dat alle pogingen die ik heb gewaagd om het toepasbaar te maken of onder mijn beheer te brengen, glansrijk zijn gestrand.

En als ik nu kijk naar waar ik van hoe, van wat en wie….overzie ik een allegaartje van heerlijke mensen en dingen die niet dood neervallen als ik dat wel zou doen.

Ik zie een spinnenwebje. En een spinnetje dat er mee bezig is. Dat rag is het allersterkste touwtje ter wereld. Nog nooit adequaat door mensen nagemaakt. Spinnetjes zijn talrijk omdat ze dit spul zo kunnen maken. En ik veeg het is een krachteloze zwaai zo weg. Spinnetje kan opnieuw beginnen en doet dat ook meteen. Waarom zou je, spinnetje?  Ja, zegt het spinnetje, ik ben een spinnetje! Ik doe dit omdat dit is wat ik doe. Wat doe jij?

What do you do for a living?

Ik heb twee antwoorden, het verhaaltje van de activiteitjes en het verhaaltje van het meisje dat er was, is, weg is, terug komt of niet. Dat laatste is het verhaal van de onbeholpen liefde. En het is niet aan mij om daar conclusies over te componeren. De dingen waar ik van hou hebben niets aan mijn liefde, de mensen waar ik van hou kunnen dat, ieder binnen zijn eigen bewustzijn, ervaren. Dat voel je echt wel...

Ik kan het voorwaardelijke en onvoorwaardelijke ervan niet uit elkaar puzzelen. Daarvoor is de wereld te complex en ben ik zelf te veel een mindfucker. Maar als ik het de permissie geef, binnen mijn perceptie, om voor  "the sake of argument" vormeloos te zijn, heb ik niets meer om me over te beklagen. Dat lijstje van dingen waar ik van hou is een behang. Met de noodzaak van het nut even tijdelijk geparkeerd, is er vooral dat behang, genoeg voor heel Versailles. Met de potentie dat zo nu en dan het te ervaren is, ook buiten mijzelf. Is dat OK? Is dat iets om OK mee te zijn?

En dan is stilte op z’n plaats. Geen woord om over te reppen.

Er is niks aan de hand. Er is liefde. Je houdt van…je doet er dus aan mee.