blue dino

blue dino

donderdag 15 november 2012


Vertrokken.

In juli 2011 was ik in het St Victurien, een dorpje zo'n 80 km westelijk Limoge. Ik was er eerder geweest om wat brood te halen. Meer is hier ook niet te halen. Maar deze middag bezochten we de begraafplaats omdat mijn zoontje er zo nieuwsgierig naar was. Ik voelde me alsof ik in iemands slaapkamer stond te rommelen. Dat heb ik niet altijd met begraafplaatsen. Maar dit knokenveldje had iets dat niet klopte, alsof het in alle haast was verlaten. Door wie? Door de doden of de nabestaanden. Misschien wel allebei. 

Later die week stond er een oude boer op de weg die druk gebaarde naar een auto die dwars op de kruising stond. Tandeloos schreeuwde hij "Ga weg, er is hier niets meer, er is niets meer te halen!"  De auto waar de oude man naar zwaaide had een Frans nummerbord, er zat een man in, verder niemand. Een deurwaarder, een makelaar? Mijn gewezen schoonmoeder beheert nu de sleutels van het, nog kleinere, dorpje verderop. Alle huizen staan leeg. Ze zijn te koop maar er staan geen bordjes in de tuin. Dat is de moeite van het karton niet waard.

Er staan nog koeien op de heuvels te grazen. Er stroomt nog water uit de kraan. De eekhoorns, raven, verwilderde katten en vleermuisjes hebben het rijk alleen. Voor mensen is er geen plaats in deze oase. Misschien wil je hier wel leven en kun je hier ook leven, ruimte genoeg. Maar waarvan ga je leven?  Hoe denk je hier te kunnen leven? Met al dat zonlicht, met grote lappen grond waar alles vanzelf lijkt te groeien. 

De heuvels liggen braak. Ze zijn in de ramsj. Onderdeel van de steeds groter wordende gebieden in Europa die in de economische graaibak liggen. Niemand graait er in. Alles is van iemand, van een zoon van, een kleindochter, een achternicht. Het kadaster is vol met informatie, in het kadaster is het zo druk als het ooit op het dorpsplein geweest moet zijn.

Ze zijn naar de stad, zegt de oude man later. Mijn zoon woont in Toulouse, hij is daar liever werkeloos dan hier. Ik zou liever bij hem wonen maar dat doe ik niet want ik zou een last voor hem zijn. Hij kan straks nog bijgezet worden in het familiegraf dat hij nog een beetje onderhoud. Eens per jaar, op de sterfdag van zijn moeder, veegt hij het even aan. 

Op de dag dat ik wegga valt me opeens op dat er een schooltje is, recht tegenover de begraafplaats. In m'n ooghoeken zie ik tekeningen op het raam terwijl we er langs scheuren op weg naar het treinstation. Dus toch, over een paar weken zijn daar weer kinderen. Nu even niet want het is vakantie.








Geen opmerkingen:

Een reactie posten