blue dino

blue dino

donderdag 4 november 2010

The Party, deel I (uit 5 delen)


Hij werd wakker omdat hij zijn handen en voeten niet kon bewegen. Hij was al bezig met wakker worden maar deze sensatie versnelde het proces. Hij keek eerst naar zijn voeten en zag dat deze in oranje sokken waren gevat en met zachte koorden aan het voeteinde van zijn bed waren gebonden. Langs zijn geknevelde voeten keek hij in de ziekelijke blik van Jack Nickolson. Er hing een flinke poster van de man aan de muur. Dat klopte ook niet.


Zijn handen waren opmerkelijk zwaar. Hij keek langs de linkerflank van zijn lichaam en zag dat zijn linkerhand tot aan de pols was gevat in een paarse gelatinepudding, geserveerd op een ontbijtbordje van zijn eigen goeie servies. Hij keek rechts, zijn rechterhand ook. Hij deed zijn ogen weer dicht en voelde. Zijn handen waren zwaar, zijn voeten geblokkeerd en hij had jeuk op zijn hoofd. Het was een idee om verder te gaan met slapen en deze droom af te maken alvorens aan de dag te beginnen. Maar hoe zat dat met Jack Nickolson? Hij opende zijn ogen weer, keek door zijn borsthaar heen en zag weer die kop. Hij had die poster daar niet opgehangen. Zoiets zou hij niet doen. Hij keek naar het plafond waar niets mis mee was.
                De pudding voelde lekker. Hij keek en zag hoe zijn hand ontspannen in quarantaine lag. Een diepzee-diertje schommelend in paarse substantie. Hand in gelei. Kunstig. Origineel. Ik verzin dit. Hij moest er ook wel om lachen. Hij moest er ook wat aan doen. Hij bewoog zijn hand voorzichtig. Er ontstond ruimte in de pudding. Het serene beeld was meteen weg.  Nu was het een zootje. Onaangenaam en kinderachtig. Hij trok zijn hand er uit en de pudding viel in bibberende blokjes uit elkaar op zijn bed. Het spul rolde tegen zijn dij. Hij trok zijn andere hand uit de pudding zonder er naar te kijken. Ook daar voelde hij de glibber tegen zijn dij aan rollen. Hij kwam overeind en merkte dat hij een gruwelijke hoofdpijn had. Niet zoals een kater, meer als wat een migraine zou kunnen zijn. Dat was hem wel eens beschreven. Hij had zelf nog nooit migraine gehad. Tot nu.

Hij haalde zijn voeten los. Deze droom zou worden opgeruimd voor het ontwaken. Ook prettig, hoef je er de rest van de dag niet meer over na te denken.
                Nu kon hij over het rand van zijn bed kijken en zag dat de vloer van zijn slaapkamer minutieus was gevuld met plastic bekertjes. Bekertje aan bekertje als een wit bolletjestapijt. De bekertjes waren allemaal tot aan de rand gevuld met water en opgesteld op elke centimeter vloeroppervlak die zijn slaapkamer telde, van het rand van zijn bed, tot aan de schuifdeuren van zijn linnenkast, tot aan de drempel van de slaapkamerdeur, ook aan de rechterkant van het bed, tot aan de muur. Hij zat nu, vrij, op zijn knieën op het bed als op een eiland. Hij kon nergens een voet neerzetten. Niet zonder er een waterballet van te maken en het laminaat te beschadigen. En, alhoewel het een droom was , riskeerde hij het niet om toch zomaar op te staan. Hij pakte het ontbijtbordje, veegde de restanten gelei er af want lakens kun je wassen en ze waren toch al vies. Hij ging op zijn buik liggen en maakte heel voorzichtig een reepje vloer vrij door de bekertjes één voor één op het bordje te plaatsen. Dit ging maar net goed. De beweging van zijn lichaam in het matras liet het bordje schudden. Daarom bedacht hij uit elk bekertje een flinke slok te nemen voordat hij deze op het bord zou plaatsen. Het was een klusje. Hij kon zichzelf er van verzekeren dat zijn hoofdpijn beslist geen kater kon zijn want onder de pijn werkte zijn brein nog uitstekend.
                Na een paar minuten was er een ruimte ter grote van een voet  vrij. Hij zette zijn linkervoet hier neer. Zijn rechteronderbeen lag  nog horizontaal op bed maar hij had aardig balans. Voorzichtig trok hij het andere, nog lege, bord naar zich toe om daar de volgende bekertjes op te plaatsen. Het reeds gevulde bordje helde listig toen hij zijn hand op het matras steunde om er bij te kunnen. Hij schatte in dat hij het proces vijf keer moest herhalen om bij de drempel te kunnen komen. Wat was die jeuk op zijn hoofd? Hij krabde en er sneeuwde iets van zijn schedel. Later…
                Het werkte niet helemaal. Hij had eigenlijk drie bordjes nodig. Want nu had hij twee voeten op de vloer maar niets meer om de bekertjes  op te plaatsen. Hij zou een aantal bekertjes helemaal leeg moeten drinken. Was het wel water? Die vraag stelde hij te laat. Als het geen water was geweest had hij dat nu wel gemerkt. Hij had het equivalent van 3 bekers al gedronken. Het was water. Hij had geen dorst. Hij moest nog vijf bekertjes leeg drinken om een voet te kunnen plaatsen. Een mens kan zonder schade anderhalve liter drinken, wist hij. Dus, alhoewel niet prettig, was dit ook niet ongezond. Hij merkte op dat hij een heel klein onderbroekje aan had met een luipaardenprintje. Het was van akelig synthetisch spul en het beet hem in zijn bilnaad. Hij droomde een grap. Hoe haal ik het in mijn hoofd! Hij wilde lachen maar stond niet stabiel genoeg om te lachen. Hij zag er vanaf, concentreerde zich.
                Hij boog zo ver voorover als hij veilig achtte en tilde een bekertje, dronk die rustig leeg en plaatste het lege bekertje in zijn rechterhand. Hij boog om het volgende bekertje te pakken, dronk ook deze leeg en schoof deze in het vorige bekertje, in zijn rechterhand. Ook niet helemaal slim.  Want na vijf bekertjes ter waarde van een voet, was hij halverwege. De bordjes stonden nog op het bed met gevulde bekertjes. Hij zou dus nu weer vijf bekertjes moeten drinken. Zo  is de anderhalve liter snel bereikt. Hij voelde dat het water onder aan zijn slokdarm klotste. Wat te doen? Terug om een bord leeg te drinken? Nee, dat lost niets op. Hij moest sowieso tien bekers drinken om het proces te laten vlotten.
                Hij kon, als hij op zijn linkervoet zou balanceren, een kastdeur open schuiven. Maar je verzint het zelf… De bodem van de kast was ook geplaveid met bekertjes water.
                Hij hoorde geluiden uit de woonkamer komen. Hij was nog niet op een plek van waaruit hij de woonkamer in kon kijken, alhoewel de deur open stond.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten