(krap een jaar later)
Beste Joachiem,
Het heeft een hele tijd geduurd voordat ik me er toe kon bewegen deze brief te schrijven. Ik schrijf hem ook niet voor jou. Ik doe het als onderdeel van mijn eigen verwerkingsproces. Omdat we allemaal verder moeten. Ik noch mijn vrouw hebben aanwezig kunnen zijn bij het gerechtelijk proces dat uit deze tragedie is voortgevloeid. Ik vond het voor mijzelf en ook mijn vrouw, Sanders moeder, niet vruchtbaar om de toedracht rond de dood van onze zoon dermate in detail aan te moeten horen dat het onze herinnering aan hem zou kunnen schaden. Globaal is de toedracht ons echter bekend.
Er zijn vragen. Ik heb vragen. Maar ik verkeer niet in de illusie dat ik daar een bevredigend antwoord op zal krijgen. Maar er is een conclusie die ik getrokken heb die ik wel met je wil delen. Mijn echtgenote staat hier buiten.
Ik ben niet in de rechtszaal aanwezig geweest omdat ik vooral vreesde dat zowel jij als de rest van jouw gezelschap kenbaar zouden hebben kunnen maken dat er geen enkel vermoeden bestond dat Sander deze aanval van ludieke plagerij niet zou overleven. Mijn vrees ligt hem daarin dat ik jou en je handlangers daarin zou kunnen geloven. En dat zou voor mij onderstrepen dat onze zoon gedurende zijn leven uitermate slecht gekend is. Het “ongeluk” in deze is van een diepere aard dan enkel het voortijdig overlijden van mijn zoon. Het ongeluk hierin lijkt geboren in de factoren die Sander juist zo bijzonder maakten. Zijn eigenheid.
Sander was een gevoelige jongen. Intelligent, bedachtzaam, voorzichtig. Kwetsbaar. Zo hebben wij hem gekend. Ook voor een ouder is het een uitdaging je eigen kinderen te leren kennen. Ze zijn namelijk niet een bezit, ze zijn een gift. Sander was als kind al zeer gesteld op orde. Niet iets waar hij anderen mee lastig viel. Het was een uitgesproken fundament in zijn leven waar hij zelf vorm aan gaf. Zijn graad van organisatie maakte het, naarmate hij ouder werd, voor hem mogelijk om naar de buitenwereld zichzelf coulant en open op te stellen. Maar dit kan en mag niet gezien worden als een uitnodiging om juist DIT fundament te breken. Waarom? Die vraag blijft bij mij open. Waarom moest juist dat stuk? In welke zin was het bedreigend voor jullie? Vonden jullie hem dom of weerzinwekkend, zielig of achterhaald vanwege deze eigenschap? Was er en lesje dat hij moest leren?
Klaarblijkelijk is het niet bij jullie op gekomen dat juist met het breken van zijn orde je de jongen zelf zou breken. Voor mij is dit lastig. Als ik op de hoogte zou zijn geweest van het plan dan had ik duidelijk kunnen maken waarom het een slecht plan zou zijn geweest. Maar het spreekt voor zich dat ik niet was genodigd onderdeel te zijn van jullie complot.
Wat mij nu nog steekt is de veronderstelling dat ik mijn zoon dus zoveel beter kende dan jullie, zijn vrienden. De grap was niet grappig. Minutieus uitgedacht, tot in het detail uitgevoerd, duidelijk het product van meerdere hersenspinsels bij elkaar. Gefilterd en in een draaiboek omgezet. En het doel blijft mij volstrekt onduidelijk. Ik heb mijn zoon niet willen veranderen. Ik hield van hem zoals hij was. Waarom is bij jullie klaarblijkelijk wel het collectieve plan ontstaan om iets te doen aan zijn wezen, aan zijn karakter? Raak een mens in zijn achilleshiel en hij gaat neer. Dat is zelfs goden overkomen.
Naïviteit mag ik jullie, gelet jullie leeftijd, niet verwijten. Het enige verwijt wat mij rest is het gebrek aan respect en liefde. Ik kan jullie niet zien als vriend van mijn zoon. Binnen mijn perceptie zie ik alleen een groep jongelingen met een onnavolgbare blinde vlek, hongerig naar effect en kortstondig entertainment. Met alle gevolgen van dien. Ten koste van Sander.
Het is niet aan mij te oordelen. Daar zijn rechters voor. Geen enkel oordeel of straf brengt mijn zoon terug. Maar ik wilde, voor mijn eigen gemoedsrust, een woord naar buiten brengen waarin ik kenbaar maak jullie niet van dienst te kunnen zijn in een vorm van vergeving of een pardon van welke aard dan ook. Wellicht zie ik het in de loop van de jaren anders maar vooralsnog is mijn hart gevuld met onbegrip. Ik ben mijn jongen kwijt als gevolg van een goed gelukte stunt. Ter ere van zijn verjaardag, nota bene. Het is voor zowel mij als mijn vrouw lastig te verkroppen dat dit zo kostbare mensenleven uiteindelijk zo eenvoudig en onverschillig te niet is gedaan.
Ik wens jullie wel wijsheid en inzicht. Ik hoop dat deze situatie jullie ogen heeft geopend en jullie tot nadenken heeft aangezet. Niet dat het me helpt maar het is mijn natuur dat een ieder toe te wensen. Ook de moordenaars van mijn zoon. Anders dan dat kan ik het niet zien.
Met vriendelijke groet,
M. C. D. van Voort- Wittenberg
Vader van Sander.
Jammer dat het al is afgelopen... :-)
BeantwoordenVerwijderenStay posted!Er komt weldra een nieuw feuilleton en in ieder geval wat korte verhalen. Thanks for reading me...
BeantwoordenVerwijderen